Bent u zelf niet in staat om uw financiën goed te beheren? Bijvoorbeeld vanwege een verstandelijke of lichamelijke beperking, een verslaving of hoge schulden? Overweeg dan om beschermingsbewind aan te vragen. Bij deze maatregel neemt een bewindvoerder de beslissingen over uw financiën van u over. De bewindvoerder kan een familielid van u zijn, maar ook een speciaal daarvoor opgeleide professional. Met Stichting Doe Mee(r) kunt u een traject van beschermingsbewind zorgvuldig voorbereiden en in handen geven van een professionele bewindvoerder.
Beschermingsbewind is een traject dat uit de volgende stappen bestaat:
- probleemanalyse
- aanvraag van beschermingsbewind
- toekenning van beschermingsbewind
- uitvoering van beschermingsbewind.
Probleemanalyse
In deze eerste stap bespreekt u uw probleem of behoefte met bijvoorbeeld een medewerker van Stichting Doe Mee(r). Misschien heeft u meer baat bij budgetbeheer of mentorschap dan bij beschermingsbewind. Wat in uw geval de beste maatregel is, hangt af van uw persoonlijke situatie. Hierbij kijkt Doe Mee(r) niet alleen naar uw financiën, maar ook naar uw sociale situatie. Kunt u bijvoorbeeld rekenen op steun van familie of vrienden, of staat u er helemaal alleen voor? En hoe erg is uw financiële situatie eigenlijk; kunt u uw schulden niet meer afbetalen of heeft u alleen moeite om grip te krijgen op uw inkomsten en uitgaven?
Aanvraag van beschermingsbewind
Beschermingsbewind is een wettelijke maatregel en moet daarom bij de kantonrechter worden aangevraagd. Om beschermingsbewind aan te kunnen vragen, moet u eerst een bewindvoerder vinden. Dat kan een familielid maar ook een medewerker van bijvoorbeeld Doe Mee(r) zijn. Samen met de door u beoogde bewindvoerder vult u een aantal formulieren in, die u naar de kantonrechter stuurt. Eén zo’n formulier betreft de verklaring van de door u voorgestelde bewindvoerder dat hij inderdaad uw bewindvoerder wil zijn.
Beschermingsbewind kan ook door een relatie van de rechthebbende worden aangevraagd, zoals:
- de echtgenoot
- de geregistreerd partner
- een bloedverwant
- de voogd.
Ook het openbaar ministerie kan beschermingsbewind voor iemand aanvragen.
Dat iemand anders dan de betrokkene zelf beschermingsbewind aanvraagt, ligt voor de hand wanneer de persoon in kwestie de ernst van zijn of haar situatie niet inziet.
Toekenning van beschermingsbewind
De rechtbank controleert uw verzoek tot beschermingsbewind en de formulieren die u daarbij heeft ingevuld. Wanneer uw aanvraag compleet is, wordt u door de rechtbank uitgenodigd voor een zitting. Deze zitting is niet openbaar. Bij de zitting is behalve een rechter en griffier ook de door u voorgestelde bewindvoerder aanwezig, en u zelf als verzoeker en rechthebbende. De zitting mag worden bijgewoond door belangstellenden zoals familieleden of vrienden.
Op de zitting legt de rechter uit wat beschermingsbewind precies inhoudt en kan hij u als verzoeker en rechthebbende vragen stellen. Nog op de zitting zelf neemt de rechter het besluit of u deze maatregel wel of niet wordt toegekend.
Dit besluit wordt door de rechtbank na de zitting ook schriftelijk met alle betrokken partijen gecommuniceerd.
Uitvoering van beschermingsbewind
Na toekenning van het beschermingsbewind moet uw bewindvoerder binnen vier maanden een beschrijving van uw financiële situatie naar de kantonrechter sturen. Dit noemen we de boedelbeschrijving. Ook krijgt u te maken met twee bankrekeningen:
- een bankrekening die door uw bewindvoerder wordt beheerd en waarop al uw inkomsten en uitgaven worden afgeboekt (de beheerrekening)
- een bankrekening waarop de bewindvoerder uw leefgeld stort (de leefgeldrekening).
Zelf kunt u alleen geld van uw leefgeldrekening halen. Van dat geld moet u dus uw boodschappen doen.
De bewindvoerder moet u regelmatig inzicht geven in de uitgaven op uw beheerrekening. Dat is de bankrekening waarop uw salaris of uitkering binnenkomt en waarvan al uw vaste lasten worden betaald.
De rechtbank controleert uw bewindvoerder jaarlijks. Dit noemen we rekening en verantwoording. De rechter kijkt dan naar uw inkomsten, uitgaven, bezittingen, vorderingen en schulden.
Beschermingsbewind is in principe een maatregel voor onbepaalde tijd. Opheffing van deze maatregel kan worden aangevraagd wanneer bewindvoering niet langer nodig is. Ook kan een rechter het beschermingsbewind stoppen wanneer de bewindvoerder of rechthebbende hierom vraagt.
« Keer terug naar veelgestelde vragen.